Er is eigenlijk geen beginnen aan. Vrijwel overal is het land en het leven mooi op Martinique. De stranden zijn schitterend en de binnenlanden zijn tropische tuinen. Om niet in het wilde weg over het eiland te dwalen is een rondreis langs de rumdistilleerderijen een fijne houvast om het land te leren kennen. Rum, rhum, ron, het is allemaal rum. Het zit in rumbonen, je flambeert er iets mee, of je mixt er iets drinkbaars mee. Niet voor de inwoners van Martinique, die trekken hun neus op voor de industriële rum zoals die overal ter wereld gestookt en gebruikt wordt, meestal gemaakt van melasse, een restproduct van de suikerraffinage. Het mag de naam rum niet hebben op het Franse eiland. Het is vloeken in de kerk. Echt witheet worden de Martiniquanen van de bedrieglijke streken van sommige fabrikanten die de jonge industriële rum ook nog eens op kleur en smaak brengen met karamel. Echte rum, zo zeggen ze op Martinique, is gemaakt van het pure sap van suikerriet dat men laat fermenteren met gist. De jonge witte rum wordt gebotteld en gedronken als aperitief, maar een deel van de rum wordt bewaard in eikenhouten vaten om te rijpen. Trots verkondigen Martiniquer rummakers dat ‘hun’ rum tegen de tijd dat deze amberkleurig en rijp en rond van smaak is dankzij de rijping op Franse eikenhouten vaten, kan concurreren met de beste Franse cognacs en armagnacs.
Wuivende rietpluimen
De meeste Frans-Caraïbische rum is plantation, ofwel agricole, dat wil zeggen van de plantage. De distilleerderijen op het eiland liggen verspreid tussen de heuvels en langs de kust. Ga liever niet in de zomermaanden, want dan zijn de suikerrietvelden net gekapt en ligt het land er wat kaaltjes bij. In andere jaargetijden liggen de distilleerderijen middenin het wuivende groene suikerriet met zijn witte pluimen als vlaggen in de wind. De donkere winterperiode in Nederland is natuurlijk de beste tijd om er eens tropisch tussenuit te knijpen. Dankzij het bekende Franse enthousiasme voor geschiedenis zijn er op Martinique meer dan genoeg boekjes te vinden ter gedegen voor bereiding op de ontdekkingtocht. Ze vertellen de bewogen geschiedenis van het suikerriet, hoe het werd ontdekt in het zuidelijke deel van de Pacific en langzaam naar het westen kwam. In Egypte en Fenicië werd siroop van suiker als medicijn gebruikt. De soldaten van Alexander de Grote kauwden op suikerriet voor energie en de Venetianen probeerden de handel te monopoliseren. Een van de boekjes verhaalt over Columbus, die de suiker op zijn tweede reis naar de Caraïbische eilanden bracht. Voor de grootschalige teelt werden in de 17de en 18de eeuw West Afrikaanse slaven ingezet. Het grootste deel van de bevolking van Martinique stamt hier dan ook rechtstreeks van af, of is een mix met de oude Franse kolonisten. In tegenstelling tot het naburige Frans Caraïbische eiland Guadeloupe kent Martinique opvallend veel blanke en lichtgekleurde inwoners. Dat komt doordat Martinique tijdens de Franse Revolutie toevallig een tijd lang in Engelse handen was. Op Guadeloupe daarentegen, werden de blanke plantage-eigenaren onder het motto Liberté, Égalité, Fraternité een kopje kleiner gemaakt. Zoals in moederland Frankrijk heeft ook hier de katholieke kerk zich met de sterke drank ingelaten. Père Du Tertre arriveerde in 1640, voornamelijk om zich bezig te houden met wijwater, maar al snel vond depater het sterke water vele malen interessanter. De meeste eer gaat echter naar pater Labat, wiens naam op alle mogelijke flessen prijkt, en naar de 18de-eeuwse windmolens die de distilleerderijen van energie voorzagen. De Dominicaner missionaris en wiskundige perfectioneerde de distilleermachines, die vaak nog steeds in gebruik zijn.
Diepbruin, strogeel of wit
De grootste distilleerderijen zijn het best uitgerust voor rondleidingen. Ze zijn voorzien van proeflokalen waar je de witte en de bruine rum kunt proeven. Sommige huizen zijn zo gastvrij dat een rumtour al snel een hindernisloop wordt. Het is daarom handig om de tocht over verschillende dagen uit te spreiden. Wie beperkte tijd heeft, of een beperkt incasseringsvermogen, doet er goed aan om in ieder geval Saint-James in Sainte-Marie te bezoeken, op minder dan een uur rijden van de hoofdstad Fort-de-France. Het is de oudste distilleerderij, in 1765 opgericht door alweer de mannen van het houtje, dit keer benedictijner paters. Er is ook een museum met antieke werktuigen, waar ook de oudste onaangebroken fles staat: 106 jaar oud, met een diepbruine kleur. Saint-James is het enige huis dat vierkante flessen gebruikt, waar normaal whisky of gin uit wordt geschonken. De productie is klassiek, het versgeperste sap van suikerriet wordt 48 uur gefermenteerd in grote stalen vaten, tot het suikerrietwijn is geworden. Die wordt dan in koperen ketels gedistilleerd tot een pittige rum met 75 procent alcohol. Zacht mineraalwater wordt toegevoegd tot een witte rum met een percentage van ongeveer vijftig procent alcohol overblijft. Achttien maanden op vat resulteert in de paille, een strogele rum die al een fruitig bouquet afgeeft. De paille en witte rum worden gebruikt voor punches en cocktails. Er is rum van alle leeftijden, maar de fijnste is de rum die tien jaar of meer op eikenhouten vaten uit de Cognac-regio in Frankrijk heeft gerijpt. Op Martinique wordt hij uit cognacglazen gedronken. Geniet, maar drink met mate…
Tags: cariben, caribisch gebied, eiland, Martinique, reisbestemming, reizen, tropisch eiland, winterbestemming, zonnig, zonvakantie